Herdenking van Joodse Winterswijkers met plaatsing van Stolpersteine

WINTERSWIJK • Ze woonden aan de Molenstraat, Spoorstraat, Willinkstraat en Wooldstraat. En nu herinnert een kleine stolperstein in het plaveisel voor wat eens hun woning was, aan hun leven. Twintig van die struikelstenen zijn er op zondagochtend 9 november voor hen geplaatst. ,,Negen adressen in onze gemeente, waar ooit twintig onschuldige Winterswijkers woonden en vreedzaam leefden.”

3 vierkante, goudkleurige stenen met de namen van overleden joodse Winterswijkers

Dat zei waarnemend burgemeester Jetten voorafgaand aan de ceremonie waarbij de struikelstenen zijn geplaatst. Die begon in de synagoge aan de Spoorstraat, ooit het middelpunt van de levendige Joodse gemeenschap van Winterswijk. Voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) telde die ongeveer 350 mensen. Toen die verwoestende oorlog en de op Joden gerichte terreur van de nazi’s voorbij was, keerde nog geen 10 procent terug van hun onderduikadressen of uit de Duitse concentratiekampen.

,,Vandaag herdenken we samen de levens van de Joodse families uit Winterswijk, die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd”, zei Mirjam Schwarz namens de joodse gemeente van Winterswijk en de Stichting Winterswijkse Synagoge. ,,Deze massale moord heeft diepe en blijvende sporen nagelaten, die tot op de dag van vandaag voelbaar zijn bij de familieleden.”

Het leggen van de Stolpersteine werd dit keer bijgewoond door ongeveer tachtig mensen. Daaronder veel nabestaanden van slager Willem Blom, die op de hoek Wooldstraat-Willinkstraat de Geldersche Vleeshal exploiteerde. In 1939 stuurde hij vanwege de Duitse dreiging zijn vrouw en vijf kinderen naar de Verenigde Staten. Zelf bleef hij met drie kinderen in Winterswijk achter, bij zijn bedrijf, dat hij in 1916 van zijn schoonvader had overgenomen. Zijn vrouw en alle kinderen overleefden, Willem was het enige slachtoffer. De steenlegging voor Willem Blom werd bijgewoond door tientallen kleinkinderen en achterkleinkinderen, onder meer afkomstig uit de Verenigde Staten, Engeland en Israël.

Het leggen van Stolpersteine voor de woningen van Joodse Winterswijkers is een initiatief van de gemeenteraad. Dat besluit werd enkele jaren geleden genomen na een onderzoek naar transacties in de oorlogsjaren waarbij onroerend goed, zoals woningen en bedrijfspanden, van Joodse inwoners werd afgenomen. Dat gebeurde nadat de Joodse inwoners op allerlei manieren werden vervolgd. Waarnemend burgemeester Jetten: ,,De vervolging begon niet pas in de kampen, die begon veel dichterbij, hier in Winterswijk.” Dat resulteerde in 1942 in deportaties naar Westerbork en van daaruit naar de vernietigingskampen. ,,De gemeente Winterswijk, de gemeentepolitie, maar ook de spoorwegen en de marechaussee, iedereen werkte hieraan mee.”

Henk Vis vertelde bij het leggen van elke steen voor wie die was bedoeld. Voor de twaalfjarige Henry Donald Mogendorff bijvoorbeeld, die met zijn ouders Heiman Mogendorff en Deborah Mogendorff-Gans op het adres Molenstraat 4 woonde. ,,Hoe groot zal de schrik zijn geweest toen de twaalfjarige Henry op 2 september 1941 de toegang tot zijn school werd ontzegd? Hij moest alleen verder, zonder zijn klasgenoten van de Rijks HBS.” Henry werd op 9 april 1943 in het nazikamp Sobibor vermoord, samen met zijn ouders.

Daarna volgden meer stenen, bijvoorbeeld voor de 21-jarige Hijman Hemelrijk (Wooldstraat 40), de 63-jarige Frieda de Leeuw-Hony (Spoorstraat 28) en de 74-jarige Samuel Hamburger (Wooldstraat 26). Aan de Willinkstraat werd een steen gelegd voor nummer 8, eens de woning van Helena Theodora Kuipers-Rietberg. De Winterswijkse stond in het verzet bekend als ‘Tante Riek’ en was oprichtster van de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers. Zij werd op 27 december 1944 in concentratiekamp Ravensbrück vermoord. Henk Vis: ,,De dagen van haar leven telden 51 jaar.”

In het voorjaar van 2026 wordt een volgende reeks struikelstenen in Winterswijk gelegd.